Nieuwe toeristische marketingstrategie Limburg

Provincie Limburg nam in de afgelopen jaren initiatief om samen met het bedrijfsleven, VVV organisaties en gemeenten een nieuwe toeristische marketingstrategie te ontwikkelen. In deze strategie staan het gericht benaderen van de juiste toerist voor Limburg, spreiding, de focus op online marketing en de bezoeker centraal. Op vrijdag 3 juli werd aanvullend de toeristische campagne ‘Dit is in Limburg’ gelanceerd. Met de campagne worden gasten verleid op vakantie te gaan in Limburg. Limburg voelt als een spannend stukje buitenland. De doelgroep voor de campagne zijn toeristen, maar ook de Limburgers zelf. Je hoeft deze zomer voor het buitenlandgevoel echt niet naar de Mediterrané! 

Gedeputeerde Provincie Limburg Joost van den Akker (Economie, Onderwijs, Toerisme en Sport): “Het buitenland is in Limburg! Twee op de vijf Nederlanders overweegt om deze zomer in eigen land vakantie te vieren. Dat biedt kansen. Limburg kan nu laten zien welke gastvrijheid we in huis hebben. Het is geweldig dat de campagne en inlimburg.com voor heel de provincie inspeelt op de vraag van onze gasten. Super dat de toeristische organisaties dit samen uitvoeren. Met 4 miljard omzet en 38.000 banen is de vrijetijdseconomie van enorm belang voor Limburg.” 

Niet zoveel mogelijk toeristen naar Limburg halen, maar de juiste toeristen. Het gaat hier om de toerist, die meer uitgeeft, langer verblijft en vaker terugkomt. Het platform InLimburg.com richt zich op de volgens het Leefsstijlvinder model vastgestelde doelgroepen: Harmoniezoeker, Avontuurzoeker en Inzichtzoeker. Voor de Vlaamse en Duitse markt zijn dit Nora, Mary en Peter volgens het NBTC model. Om spreiding te krijgen over de regio’s en gedurende 365 dagen per jaar - wordt gewerkt met vijf verhaallijnen en unieke iconen. Actief & Avontuur, Fietsen & Wielrennen, Food & Gastronomie, Rust & Natuur en Stad & Cultuur. Per doelgroep wordt bekeken welke online en/of offline kanalen het beste werken. Niet het aanbod maar de bezoeker staat centraal op basis van data en kennis over de bezoeker en zijn of haar boekgedrag. In Limburg komt tot uiting via de website www.inlimburg.com, social mediakanalen Facebook en Instagram en door middel van samenwerkingen met influencers. De samenwerking van het platform met 11 influencers heeft in 2019 voor een bereik van 1,5 miljoen gezorgd. Het eigenaarschap van de infrastructuur van In Limburg wordt binnenkort overgedragen naar de Samenwerkende VVV’s in Limburg.

De campagne sluit aan bij de toeristische marketingstrategie van de Provincie Limburg, om toe te werken naar meer spreiding door ook andere ‘attracties’ in de etalage te zetten dan de al bekende hotspots. Deze voorgenomen spreiding zorgt er in de huidige situatie ook voor dat onze gasten in coronatijd veilig Limburg kunnen bezoeken. 

Ten opzichte van andere regio’s onderscheidt ‘Dit is in Limburg’ zich door in de campagne het imago van Limburg te versterken; eigenzinnige regio (authentiek, bourgondisch) aan de rand van het land, in het hart van Europa (grensoverschrijdend). Oftewel een on-Nederlandse provincie met een buitenlands aandoend profiel met een onderscheidend & krachtig cultureel verleden. Qua doelgroepen wordt gericht ingezet op generatie X (35-50 jaar) en generatie Y (20-35 jaar) en qua regio’s op de provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Noord-Brabant en Utrecht.

In de boodschap van de campagne worden de (onbekende) parels uit Limburg gespiegeld aan bekende buitenlandse tegenhangers die veel op dat bezoekbare pareltje lijken. Bijvoorbeeld ‘La Douce France? Je zou toch thuis blijven? Dit is in Limburg’. Aanvullend verschijnt in juli ook een zomerserie op L1 waar de Limburgse onontdekte pareltjes in de spotlight worden gezet. Alle uitingen verwijzen door naar inlimburg.com. De Limburgse campagne is ondersteunend aan de landelijke NBTC campagne “Hier moet je zijn”.

Naast de campagne is er ook samenwerking gezocht met Belgisch Limburg om beide Limburgen te vermarkten op de Duitse markt. Dit is tot uiting gekomen in een Duitstalige brochure die op 4 juli jl. als bijlage is toegevoegd aan de Aachener Zeitung en de Rheinische Post. 

Inmiddels is er een Duitstalige brochure in twee Duitse kranten; De Aachener Zeitung en de Rhyeinische Post

Chapeau Magazine schreef er een artikel over.